background image
52 |
Medi-Sfeer 390
|
29 maart 2012
gAstro news
het aantal nodules, de eventuele aanwezigheid van lymfkliermetastasen
of metastasen op afstand...
Volgens prof. Bart Op de Beeck (UZ Antwerpen) worden verschillende
beeldvormingsonderzoeken gebruikt om de graad van aantasting van de
lever of buiten de lever te bepalen. De CT-scan van het hele lichaam
met injectie van contrastvloeistof en de botscan zijn de belangrijkste
onderzoeken om de uitbreiding buiten de lever te evalueren. In meer
complexe gevallen kan magnetische resonantiebeeldvorming nuttig zijn.
Die speelt ook een belangrijke rol bij de lokale stadiëring in de lever.
Voor een solitair letsel met een diameter van minder dan 2cm en
Child-Pugh-score A, zonder microvasculaire aantasting en zonder uit-
zaaiing, kan radiofrequentie-ablatie worden voorgesteld als eerstelijns-
behandeling. De resultaten van deze techniek zijn vergelijkbaar met die
van een operatie. De overleving na 5 jaar bedraagt 75%. Bij subcapsulair,
perivasculair of dicht bij de galblaas gelegen tumoren wordt echter de
voorkeur gegeven aan heelkundige resectie.
Voor een solitair letsel of een letsel met tot drie nodules met een diameter
kleiner dan 3cm en Child-Pugh-score A-B, zonder microvasculaire aan-
tasting en uitzaaiing, kan worden geopteerd voor resectie, transplantatie
of percutane ablatie (5). Dan bedraagt de overleving na 5 jaar 50-75%.
Patiënten in een tussenstadium, dat wordt gekenmerkt door een multi-
nodulair hepatocellulair carcinoom en een behouden leverfunctie, zonder
kankersymptomen en zonder vasculaire aantasting of uitzaaiing buiten
de lever, komen in aanmerking voor transarteriële chemo-embolisatie
waarbij via `chemobollen' doxorubicine wordt toegediend.
In de gevorderde stadia ten slotte, met kankersymptomen en/of
microvasculaire aantasting of uitzaaiing buiten de lever, is de behande-
ling systemisch en wordt vooral een multikinaseremmer, zoals sorafenib,
toegediend. De plaats van de lokale behandeling is zeer beperkt.
>
>
Transplantatie
Volgens prof. Jean-François Dufour (Bern, Zwitserland) is transplantatie
de optimale behandelingsoptie. Niet alleen de tumor wordt immers ver-
wijderd, maar het hele orgaan waar zich een recidief kan voordoen of zich
een nieuwe tumor kan ontwikkelen. Transplantatie herstelt bovendien de
leverfunctie. Bij patiënten met een hepatocellulair carcinoom met een
diameter van minder dan 5cm die een transplantatie hebben ondergaan,
bedraagt de overleving na 5 jaar 80%. Patiënten zonder transplantatie
hebben een overlevingskans van minder dan 20% (6) (
Figuur 2).
Bij de bepaling van de transplantatie-indicaties werd rekening gehouden
met de Milaan-criteria: de behandeling geeft goede resultaten bij hepa-
tocellulaire carcinomen van minder dan 5cm, of bij drie letsels met een
diameter kleiner dan 3cm, zonder vasculaire aantasting (7). Er worden
verschillende pistes onderzocht om zo veel mogelijk patiënten in aan-
merking te laten komen voor transplantatie: verhoging van het aantal or-
gaanschenkingen, optimalisering van de selectiecriteria van de potentieel
transplanteerbare organen of het gebruik van adjuvante behandelingen
bij patiënten die op de wachtlijst staan, om zo de groei van de tumor af
te remmen en te vermijden dat de patiënt van de lijst wordt verwijderd
omdat zijn ziekte te ver gevorderd is.
Helaas zijn er geen gerandomiseerde of gecontroleerde studies om het
gebruik van deze adjuvante behandelingen bij patiënten die wachten op
transplantatie te rechtvaardigen. De huidige gegevens over sorafenib bij
patiënten op de wachtlijst zijn weinig overtuigend en de gegevens over
transarteriële chemo-embolisatie vrij beperkt. De gegevens over resectie
in de eerste lijn, met noodtransplantatie in geval van recidief, suggereren
dat de kandidaten zeer streng moeten worden geselecteerd (8). Deze
benadering mag enkel worden vooropgesteld bij patiënten met gunstige
oncologische prognosefactoren.
Een andere benadering zou kunnen bestaan in de downstaging van de
tumor tot die beantwoordt aan de Milaan-criteria en dus een mogelijke
Prof. Bart Op de Beeck (UZ Antwerpen)
Figuur 2: Totale overleving van patiënten met hepatocellulair carcinoom met een
diameter kleiner dan 5cm, die al dan niet een transplantatie hebben ondergaan.
T
otale o
v
er
levingsk
ans
1
0,8
0,6
0,4
0,2
0
0 12 24 36 48 60
Tijd (maanden)
Getransplanteerde patiënten
Niet-getransplanteerde patiënten
X
X XXX XXXXXX
XXX XXX
XXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXX XXX
X XXXXXXXXXXX
X
Radiofrequentie-ablatie kan worden
voorgesteld als eerstelijnsbehandeling
bij hepatocellulair carcinoom in een
zeer vroeg stadium.
Resectie, transplantatie of percutane
ablatie zijn de belangrijkste opties in
het vroege stadium.
Hepatocellulair carcinoom in een
tussenstadium is een indicatie van
transarteriële chemo-embolisatie
waarbij doxorubicine wordt
toegediend via `chemobollen'.