background image
29 maart 2012
|
Medi-Sfeer 390
| 51
gAstro news
MS7027N
Hepatocellulair
carcinoom:
betere prognosebeoordeling en
stadiëring voor een optimale
behandelingsstrategie
Philippe Mauclet
Zoals werd uitgelegd door prof. Jessica Zucman-Rossi (Hôpital Saint-
Louis, Parijs) zijn de genetische factoren die betrokken zijn bij de pa-
thogenese van hepatocellulair carcinoom erg verschillend (1). Heel wat
mutaties kunnen leiden tot kanker en waarschijnlijk is elke tumor te
wijten aan een unieke combinatie van mutaties. Ook de verschillende
risicofactoren spelen een rol, met name hepatitis B, hepatitis C, alcohol-
misbruik en obesitas.
>
>
Genetici en pathologen
De identificatie van de mutaties die betrokken zijn bij hepatocellulair car-
cinoom en van de schadelijke combinaties is geen makkelijke taak, maar
ook de opstelling van de prognose is dat niet. Als het carcinoom zich ont-
wikkelt bij een chronische leveraandoening, wordt deze prognose zowel
beïnvloed door die van de tumor als door die van de chronische ziekte. We
moeten rekening houden met de geschiedenis van de tumor, maar ook
met de aftakeling van de leverfunctie.
Een geresecteerd carcinoom kan vroeg of laat terugkeren. Bij de beoor-
deling van de recidiefkans baseren anatoom-pathologen zich zowel op
het weefsel van de tumor als op het niet-tumoraal weefsel: waar het
onderzoek van het tumorweefsel voorspellend is voor een vroeg recidief,
helpt het niet-tumoraal weefsel bij de beoordeling van de kans op een
laat recidief, of meer bepaald de kans dat in het weefsel opnieuw kanker
ontstaat als gevolg van een chronische ziekte die oorspronkelijk niet neo-
plastisch was, zoals cirrose (2).
Op histologisch vlak wordt voor het stellen van
de prognose zowel het weefsel van de tumor
als het niet-tumoraal weefsel onderzocht.
>
>
Een moleculaire score met 5 genen
Verschillende studies die momenteel lopen, trachten moleculaire merkers te
identificeren (3). Sommige moleculaire signaturen worden geassocieerd met
de kans op een vroeg recidief, andere met de kans op een laat recidief.
Het team van J. Zucman-Rossi ontwikkelde een moleculaire score met
5 genen die wordt geassocieerd met de prognose van geresecteerde
hepatocellulaire carcinomen (
Figuur 1). De associatie houdt stand in
de subgroep van de tumoren kleiner dan 5cm en in de subgroep van
tumoren die werden ontwikkeld bij cirrose. De score is ook voorspellend
voor de overleving na recidief.
Deze onderzoeken zijn erg belangrijk omdat hun bevindingen, na
validatie, waarschijnlijk een invloed zullen hebben op de therapeutische
beslissingen.
>
>
Stadiëring en lokale behandeling
Hepatocellulaire carcinomen worden tegenwoordig ingedeeld volgens
de BCLC-classificatie (Barcelona Clinic Liver Cancer). Die geeft voor elk
van de verschillende stadia de aanbevolen behandelingsstrategie. De
classificatie is gebaseerd op de grootte van de tumor, de Child-Pugh-score,
Genetische factoren spelen een belangrijke rol in de pathogenese van hepatocellulair carcinoom. Ze zijn complex maar
steeds beter omschreven, wat helpt bij de beoordeling van de prognose. Voor de stadiëring kunnen verschillende
beeldvormingstechnieken worden gebruikt om de therapeutische benadering beter te kunnen bepalen. Momenteel worden
een aantal pistes onderzocht om meer patiënten in aanmerking te laten komen voor transplantatie, maar die roepen nog enkele
vragen op. Sorafenib is de hoeksteen in de behandeling van gevorderd hepatocellulair carcinoom.
De voorzitters van de sessie, prof. Louis Libbrecht en prof. Marc Peeters.
Figuur 1: De moleculaire score met 5 genen wordt geassocieerd
met de totale overleving (J. Zucman-Rossi).
Zwakke prognose
100
80
60
40
20
0
O
v
er
leving (%)
0 20 40 60
Maanden
p = 0,001
Goede prognose