background image
Farma Forum
GC338N
menopauze, hormoonsubstitutietherapie en
cardiovasculair risico
To treat or not to treat?
menopauze, hart en
metabolisme
als het op hun gezondheid aankomt, zijn
vrouwen vooral bang voor kanker, meer be-
paald borstkanker. Toch vormen hart- en
cerebrovasculaire aandoeningen de belang-
rijkste doodsoorzaak bij deze populatie (1, 2).
De kans om aan deze aandoeningen te over-
lijden, stijgt aanzienlijk na de menopauze.
Volgens andré Scheen (dienst diabetologie,
voeding en metabole ziekten, CHu Sart-Til-
man, Liège) stijgt het cardiometabool risico
na de menopauze naarmate abdominale adi-
positas toeneemt. Bij dit verschijnsel worden
inflammatoire cytokines geproduceerd, stijgt
het leptinegehalte en daalt het gehalte van
adiponectine, een hormoon dat beschermt
tegen insulineresistentie en endotheliale dis-
functie. abdominale obesitas wordt ook geas-
socieerd met het metaboolsyndroom, geken-
merkt door insulineresistentie, stijging van de
nuchtere bloedsuikerspiegel en de bloeddruk
en atherogene dislipidemie met verlaging van
de HDL-cholesterol en hypertriglyceridemie.
al deze factoren zijn bevorderlijk voor de ont-
wikkeling van atherosclerose en cardiovas-
culaire events (3). De menopauze verhoogt
dus onmiskenbaar het cardiovasculair risico,
al blijft de impact van andere factoren, zoals
bijkomende obesitas, doorslaggevend (4).
De menopauze
wordt geassocieerd
met een stijging van
het cardiometabool
risico. Niet kanker,
maar cardiovasculaire
aandoeningen vormen
de belangrijkste
doodsoorzaak bij de
vrouw.
Cardiometabool risico en
HST
Waar de menopauze wordt geassocieerd met
gewichtstoename en abdominale adipositas,
zoals blijkt uit de PEPI-studie, heeft hormoon-
substitutietherapie (HST) de neiging om deze
stijging af te remmen (5) of heeft ze helemaal
geen nadelig effect op het gewicht (6).
Wat de invloed van HST op het vetprofiel be-
treft, wijzen de HErS-studie en de gegevens
van het studieprogramma van het Women's
Health Initiative (WHI) op het feit dat de com-
binatie van 0,625mg/d geconjugeerde equine
oestrogenen en 2,5mg/d medroxyproges-
teronacetaat de LDL-cholesterol met 10,3%
verlaagt en de HDL-cholesterol matig, met
3,5%, verhoogt. ook het triglyceridengehalte
stijgt met 24,1% (7, 8). Het is dus moeilijk te
zeggen welke impact een dergelijke behan-
deling heeft op het cardiometabool risico.
HST leidt niet tot
gewichtstoename.
De impact van de combi
natie van geconjugeerde
equine oestrogenen en
medroxyprogesteron
acetaat op het cardio
metabool risico is dus
moeilijk in te schatten.
Kosten-batenverhouding
van HST
Verschillende elementen kunnen de risico-
batenverhouding van HST op cardiometabool
vlak optimaliseren. De behandeling wordt bij-
voorbeeld het best gestart in het begin van de
menopauze, dus tussen 50 en 60 jaar, als de
kans op atheroscleroseletsels kleiner is (9).
Deze vroege start heeft ook een heilzaam ef-
fect op het vlak van cardiovasculaire events.
als de behandeling later wordt gestart, kan
dit een potentieel nadelig protrombotisch
effect hebben op eventuele atherosclerose-
letsels (10, 11).
D
e menopauze wordt geassocieerd met verschillende metabole stoornissen.
Sommige auteurs wijzen beschuldigend naar hormoonsubstitutietherapie
(HST), die niet zo onschadelijk zou zijn voor het cardiovasculair systeem.
Toch behoudt deze behandeling haar bestaansreden omdat ze de climacterische
symptomen tegengaat. Al moeten er wel een aantal voorzorgsmaatregelen worden
genomen, vooral op het vlak van de keuze van het soort hormoontherapie.
Richard Bauchand
MS7005N.indd 1
21/03/12 10:01