een aselectieve afbraak van macromolecu- len, celorganellen en micro-organismen (2) ( processen zoals de immuunrespons, tumor- progressie en geprogrammeerde celdood (1). Autofagie kan worden gestimuleerd bij stress zoals een tekort aan voedingsstoffen, afwe- zigheid van groeifactoren en hypoxie. Er is aangetoond dat het mTOR-eiwit (mammalian target of rapamycin) een belangrijke rol speelt bij het regelen van de autofagie, evenals het Atg6 (of Beclin 1)/klasse III-PI3-kinase- eiwitten en de opname ervan in de membraan van het preautofagosoom. Daarvan bestaan er twee vormen: een vorm in de cytosol (LC3- I) en een vorm die geassocieerd is met een fagosoom (LC3-II = Atg8-PE) (3). Die func- ties bevorderen de eliminatie van bescha- digde mitochondria, presenteren pathogenen aan het immuunsysteem en bevorderen de levensvatbaarheid van de lymfocyten (2). G16L1 geassocieerd is met de ontwikkeling genen mee (6). autofagie (ATG16L1 HM) veroorzaakt een chronische infectie met een norovirus Crohn- achtige letsels, maar alleen in aanwezigheid van commensale darmbacteriën. "Dat wijst erop, aldus Ken Cadwell, dat de darmflora de autofagie en de ontstekings respons regelt. Zou een dysbiose in het kader van de ziekte van Crohn een rol kunnen spelen bij de fy- siologie van de gastheer via een effect op de autofage machinerie?" van de essentiële elementen te zijn bij de immunologische controle van virale, bacteriële en parasitaire infecties. Bij de ziekte van Crohn bestaat er een dysbiose of verstoring van het natuurlijke evenwicht in de darmflora (1). Een gesprek met prof. Ken Cadwell (New York) over het mogelijke verband tussen beide. - necrose. |