background image
Verslag van een rondetafelgesprek georganiseerd door de Tilman-laboratoria
Een geneesmiddelenbehandeling
met een onderscheid tussen acute
en chronische artritis
Naast de behandeling zonder geneesmiddelen, beveelt de
EULAR paracetamol aan als initiële behandeling, gevolgd door
NSAID's en, indien nodig, lokale maatregelen (infi ltraties...).
Het therapeutisch arsenaal omvat onder meer ook
viscosupplementatie en andere vormen van chondroprotectie.
Voor de patiënten is het vooral belangrijk dat de pijn goed
wordt gecontroleerd. Dat verklaart ook het veelvuldige gebruik
van pijnmedicatie en NSAID's om een goede levenskwaliteit
te bereiken. NSAID's zijn echter niet zonder gevaar. Deze
geneesmiddelen maken ieder jaar even veel dodelijke slachtoffers
als het verkeer. Naast de gevaren voor het maagdarmkanaal en de
nierfunctie zijn er tevens heel wat cardiovasculaire risico's.
Artrosepatiënten zijn immers vaak ouder, nemen vaker
verschillende geneesmiddelen en lopen een groter risico.
Artsen moeten dus eerst een anamnese en een grondig klinisch
onderzoek uitvoeren om de comorbiditeitsfactoren te berekenen
(nieren, cardiovasculair stelsel...) voordat ze een NSAID
voorschrijven. De duur en de dosis van een ontstekingsremmende
behandeling moeten ook tot een minimum worden beperkt
en de NSAID mag enkel worden toegediend bij infl ammatoire
opstoten, in de wetenschap dat de meeste bijwerkingen
optreden zonder enige waarschuwing. De combinatie van een
NSAID met een PPI beschermt enkel tegen events in het hoge
spijsverteringsapparaat, terwijl 50% van de digestieve events het
lage apparaat betreffen. Bij artrose kunnen chondroprotectiva
zoals glucosaminesulfaat, chondroïtinesulfaat, onverzeepbare
avocado- en soja-extracten worden gebruikt.
Curcumine: een effi ciënte optie op lange
termijn die heel wat voordelen biedt
Een goede behandeling is een behandeling die de levenskwaliteit
van de patiënt verbetert en die geen of slechts een minimum
aan risico's inhoudt. Artrose is echter een aandoening die lang
aanhoudt. Het is dus van het uiterste belang om de levenskwaliteit
van de patiënt voorop te stellen en de bijwerkingen van de
medicatie tot een minimum te beperken. In dit opzicht verrichtte
de Unité de Recherche sur l'Os et le Cartilage, onder leiding
van prof. Yves Henrotin, onderzoek naar curcumine. Deze
gezuiverde natuurlijke substantie uit kurkuma blijkt in vitro
immers ontstekingsremmende eigenschappen op celmodellen te
bezitten, en een biologische werking te hebben op de productie
van NO, prostaglandinen, sommige pro-infl ammatoire cytokinen
en metalloproteïnasen. Andere teams toonden aan dat curcumine
NF-kappa-B afremt en dus een krachtige ontstekingsremmende
werking heeft. Het probleem met dit bijzondere molecule
was echter de geringe biobeschikbaarheid, waardoor de
eigenschappen ervan technologisch aangepast moesten worden.
Om het belang van deze nieuwe curcumineformulering in de
praktijk na te gaan, voerde het Luikse team een observatiestudie
uit bij meer dan 1.400 patiënten in de huisartsgeneeskunde.
Het effi ciëntiecriterium was de evolutie (op een analoge
visuele schaal) van de mechanische pijn tijdens fysieke
activiteit. Daarnaast bestudeerden de onderzoekers ook het
geneesmiddelengebruik van de patiënt (verbruik van paracetamol)
en de voorschrijfgewoonten van de arts (NSAID). In het begin van
de studie kregen 99% van de patiënten NSAID's. Na 6 weken was
dat cijfer gedaald tot 13% en na 3 maanden bedroeg het nog 9%.
Tegelijk hield het effect van curcumine aan en nam het nog toe
met de tijd. Na drie maanden was de pijn bij de patiënten onder
curcumine met gemiddeld 48% verbeterd. Bovendien was het
paracetamolverbruik met meer dan 25% gedaald en noteerden de
onderzoekers minder dan 1% bijwerkingen.
Tot besluit
Curcumine dient zich vandaag aan als een `intelligent'
voedingssupplement voor het behandelen van artroseproblemen.
Bovendien onderscheidt het zich door zijn biologisch
geoptimaliseerde vorm, die de biobeschikbaarheid
vergemakkelijkt.
* Aan dit rondetafelgesprek werkten mee: prof. Thierry Appelboom
(reumatologie, ULB), prof. Marc Francaux (UCL, specialist
trainingsfysiologie), prof. Yves Henrotin (ULg, directeur van de Unité
de Recherche sur l'Os et le Cartilage ­ UROC), dr. Emmanuel Collart
(sportgeneeskunde, coördinerend arts van het Centre Charleroi Sports-
Santé), dr. André Debruyne (sportgeneeskunde, Hasselt), dr. Marc Léon
(hoofd van de dienst reumatologie van het Ambroise Paré-ziekenhuis in
Bergen, consulent in het Erasmusziekenhuis) en dr. Luc Vanden Bossche
(fysische geneeskunde, sportgeneeskunde, UZ Gent).
Enkele interessante referenties in de reumatologie:
- Henrotin Y, et al. Nutraceuticals: do they represent a new era in the management
of osteoarthritis? - a narrative review from the lessons taken with fi ve products.
Osteoarthritis Cartilage. 2011 Jan;19(1):1-21.
- Henrotin Y, et al. Biological actions of curcumin on articular chondrocytes.
Osteoarthritis Cartilage. 2010 Feb;18(2):141-9.
- Mathy-Hartert M, et al. Curcumin inhibits pro-infl ammatory mediators
and metalloproteinase-3 production by chondrocytes. Infl amm Res. 2009
Dec;58(12):899-908.
- Davis J, et al. Curcumin effects on infl ammation and performance recovery
following eccentric exercise-induced muscle damage. Am J Physiol Regul Integr
Comp Physiol. 2007 Jun;292(6):R2168-73.
- Schulze-Tanzil G, et al. Effects of curcumin (diferuloylmethane) on nuclear factor
kappaB signaling in interleukin-1beta-stimulated chondrocytes. Ann N Y Acad Sci.
2004 Dec;1030:578-86.
- Yeon K, et al. Curcumin produces an antihyperalgesic effect via antagonism of
TRPV1. J Dent Res. 2010 Feb;89(2):170-4.
- Singh S, Aggarwal BB. Activation of transcription factor NF-kappa B is
suppressed by curcumin (diferuloylmethane) [corrected]. J Biol Chem. 1995 Oct
20;270(42):24995-5000.
beschermend en ontstekingswerend
Artrose en curcumine:
MS6948N.indd 2
12/03/12 15:22
ORC195N_2011
In de ayurvedische geneeskunde (de traditionele geneeskunde van India) en in de traditionele
geneeswijzen van China, Japan, Thailand en Indonesië die eruit zijn ontstaan, wordt kurkuma
beschouwd als een ontstekingsremmer met bovendien tal van digestieve of preventieve eigenschappen.
Heel wat experimenten lijken dit overigens te bevestigen, in die mate zelfs dat curcumine zich
momenteel opwerpt als een mogelijk alternatief voor NSAID's. Wat is de stand van zaken vandaag in
België? We maken een balans op tijdens een rondetafelgesprek op verzoek van de Tilman-laboratoria.
Artrose: een aandoening met een niet te
onderschatten ontstekingscomponent
Vooral in het kraakbeen
Artrose is een aandoening met vele facetten. De manier waarop
ze zich manifesteert, verschilt naargelang het getroffen gewricht,
de oorsprong (trauma of niet) of de wijze van progressie. Ondanks
de zeer verschillende fenotypen kenmerkt ze zich vaak door
een infl ammatoir moment in het gewricht en de periarticulaire
weefsels, met inbegrip van het vetweefsel, waarvan steeds
duidelijker wordt dat dit een rol speelt in het ontstaan van de
ontsteking. Deze ontsteking kan zich weliswaar op verschillende
manieren uiten (vasculair, biochemisch of cellulair, wat zeldzamer
is), maar het kraakbeen ligt vaak aan de oorsprong van de reactie.
De angiogenese laat zich kenmerken door neovascularisatie
en vrijgave van ontstekingsmediatoren door de cellen van het
synoviale membraan. Deze reactie is de bron van nociceptieve
stimuli die `s nachts in kracht toenemen en die kunnen worden
onderdrukt door anti-infl ammatoire medicatie tijdens congestieve
opstoten.
Niet alleen gevolgen voor de gewrichten
Een minimale infl ammatie kan reeds schadelijk zijn, met name
voor de spieren (ter herinnering: de spieren vertegenwoordigen
meer dan 40% van het lichaamsgewicht en verbruiken veel
glucose en vetten). Waar het behoud van een grote spiermassa
op verschillende niveaus essentieel is, en niet alleen voor het
bewegingsapparaat, weten we dat het vetweefsel heel wat
infl ammatoire cytokinen produceert die een remmend effect
hebben op de anabole functie van de spier. Dit benadrukt het
belang van ontstekingsremmers die, door de remming op te
heffen, een zekere anabole respons herstellen.
Niet altijd even eenvoudig in de klinische praktijk
Artrosepijn of exacerbaties zijn de belangrijkste redenen waarom
patiënten een arts raadplegen. Waar artrose vroeger werd
beschouwd als een degeneratieve aandoening, gaat de aandacht
tegenwoordig uit naar het infl ammatoir moment, met al dan niet
bijhorende pijnopstoten. Het is echter niet altijd gemakkelijk om
een onderscheid te maken tussen een infl ammatoire aandoening
en een degeneratief proces met intermittente perioden van
infl ammatie (waar een anti-infl ammatoir middel nuttig kan
zijn) en perioden van remissie. In dat opzicht zou bij pijnlijke
gewrichtsaandoeningen een behandeling moeten worden
voorgeschreven die de pijnlijke infl ammatoire opstoten kan
controleren en die tegelijkertijd chondroprotectief is.
In de sportgeneeskunde daarentegen is artrose vaker het gevolg
van een trauma (dat soms zeer licht is, maar het gewricht
instabiel maakt) of een daaropvolgende operatie, of van acute
ontstekingsverschijnselen van het type microkristallijne artritis die
werden veroorzaakt door een langdurige en intensieve training.
Het komt er dus op aan om het kraakbeen te beschermen tijdens
de opstoten en de ontsteking te controleren wanneer ze zich
voordoet.
Artrose: een gecodifi ceerde,
maar geen uniforme behandeling
De eerste vaststelling in geval van artrose is dat geen enkele
klassieke biologische parameter van ontstekingsziekten vandaag
echt belangrijk is. De nitraatvorm van het peptide van Hcollageen
type II, dat werd ontwikkeld door prof. Y Henrotin (universiteit
van Luik), kan één van de markers van de toekomst worden.
Momenteel wordt het in klinische tests gebruikt als merker van de
gewrichts- en kraakbeenontsteking en profi leert het zich als een
prognosemerker van de evolutie van de ziekte (ultragevoelig CRP
is niet specifi ek, maar kan eveneens een zeker belang hebben).
De internationale wetenschappelijke organisaties (EULAR, OARSI,
ACR) baseren zich voor hun aanbevelingen voornamelijk op
klinische parameters met betrekking tot de behandeling. De
voorkeur gaat daarbij uit naar een conservatieve behandeling
met voornamelijk oefentherapie. Een individueel programma
is hier noodzakelijk, waarbij eveneens gestreefd wordt naar
een ideale BMI. De patiënt die regelmatig op consultatie
komt met pijngerelateerde problemen, moet dus op zijn
verantwoordelijkheden gewezen worden en begrijpen dat zijn
probleem een globale aanpak vereist. De patiënt moet een
adequate begeleiding krijgen tijdens zijn revalidatieprogramma.
Deze aanbevelingen gelden vooral voor de chronische fase.
Sporters, daarentegen, moeten begrijpen dat ze hun
symptomatische gewricht tot op zekere hoogte moeten laten
rusten. Hier is een individueel sportrevalidatieprogramma
vereist, waarbij de aërobe en anaërobe parameters geen verlies
mogen lijden. Regelmatige en matige lichaamsbeweging is, per
defi nitie, immers ontstekingsremmend en antioxidant. Ook de
NICE-aanbevelingen leggen de nadruk op de educatie van de
patiënt. Dat betekent: aan lichaamsbeweging doen in de juiste
omstandigheden, de fysiologische grenzen respecteren en een
programma volgen dat rekening houdt met parameters zoals
sedentaire levensstijl, overgewicht, verkeerde lichaamshouding,
slechte rekbaarheid van de spieren...
Verslag van een rondetafelgesprek georganiseerd door de Tilman-laboratoria
beschermend en ontstekingswerend
Artrose en curcumine:
Realisatie: Dominique-Jean Bouilliez
MS6948N.indd 1
12/03/12 15:22