background image
29 maart 2012
|
Medi-Sfeer 390
| 39
gAstro news
Hun werkzaamheid is niet bewezen bij ex-
trapancreatische NET en er is geen formeel
bewijs van het nut van die geneesmiddelen
bij weinig gedifferentieerde tumoren.
- De werking van PRRT is alleen aange-
toond bij tumoren met een sterke expres-
sie van SST2. Het nut ervan moet nog
worden onderzocht in gerandomiseerde,
gecontroleerde studies.
Referenties
1.
KlimstraD,etal.Pancreas39(6):707-12.
2.
RindiG,etal.VirchowsArch2007;451(4):757-62.
3.
KlöppelG,etal.VirchowsArch2007;451Suppl1:S9-27.
4.
PapeU,etal.Cancer2008;113(2):256-65.
5.
StrosbergJ,etal.JClinOncol2011;29(22):3044-9.
6.
KouvarakiM,etal.JClinOncol2004;22(23):4762-71.
7.
KulkeM,etal.JClinOncol2011;29(7):934-43.
8.
GarinE,etal.JNuclMed2009;50(6):858-64.
9.
RinkeA,etal.JClinOncol2009;27(28):4656-63.
10. RaymondE,etal.NEnglJMed2011;364(6):501-13.
11. PavelM,etal.Lance.2011;378(9808):2005-12.
12. http://www.pharma.us.novartis.com/product/pi/pdf/
afinitor.pdf.
13. KulkeM,etal.ASCO2011EducationalBook:137-43.
Figuur 2: Verbetering van de progressievrije overleving en de totale overleving onder sunitinib.
100
80
60
40
20
0
0 5 10 15 20 25
Maanden sinds randomisatie
100
80
60
40
20
0
0 5 10 15 20 25
Maanden sinds randomisatie
W
aarschijnlijk
heid v
an
pr
og
r
essievr
ije o
v
er
leving (%)
W
aarschijnlijk
heid v
an
t
otale o
v
er
leving (%)
Progressievrije overleving
Totale overleving
Sunitinib
Sunitinib
Placebo
Placebo
Hazard ratio: 0,42 (95% CI: 0,26-0,66)
p < 0,001
Hazard ratio: 0,41 (95% CI: 0,19-0,89)
p = 0,02
MS7081N
Inflammatoire
darmaandoeningen
(MICI) en kankerrisico:
wat is er waar?
Dominique-Jean Bouilliez
Volgens de ASCO-gegevens over de prevalentie van darmkanker, die
uit 1999 dateren, is 2% van alle darmkankers verbonden aan de ziekte
van Crohn. "Dat cijfer is vandaag waarschijnlijk overdreven", meent
Denis Franchimont. Ook al zijn 70 tot 140 van de 7.000 nieuwe geval-
len van darmkanker in ons land per jaar verbonden aan inflammatoire
colitis (1-2%).
De ramingen in dit domein zijn immers erg vertekend: de studies zijn
retrospectief, worden uitgevoerd bij populaties waar de prevalentie en
incidentie laag zijn en houden niet noodzakelijk rekening met sommige
verwarrende factoren zoals de preventieprogramma's, de al dan niet aan-
wezigheid van een proctocolectomie, de gebruikte behandelingen en de
aanwezigheid van een chemopreventie met mesalamine. Bovendien mag
het risico van darmkanker bij MICI in deze studies niet los worden gezien
van de andere risico's (sporadisch adenoom, familiale antecedenten...).
En we mogen ook niet vergeten dat het risico cumulatief is (
Figuur) (1).
"Maar hoewel het risico hoog blijft na 20 jaar (8,5%) en 30 jaar (17,8%)
in deze meta-analyse uit 2001, wordt dit pessimisme niet bevestigd in
latere studies."
Een Zweedse cohortstudie uit 2009 bijvoorbeeld wijst op een incidentie
na 30 jaar van 2,7% (2) en biedt 4 interessante conclusies:
- het risico verschilt naargelang van het type MICI; het is klein bij de
ziekte van Crohn en hoog bij ulcereuze pancolitis;
- het cumulatieve risico is de laatste jaren niet veranderd;
- maar wel gedaald in vergelijking met de algemene bevolking;
- de totale mortailiteit is gedaald.
>
>
Wat zijn de risicofactoren?
Bij ulcereuze colitis zijn de uitbreiding van de ziekte, haar activiteit en
haar duur ernstige risicofactoren. Een case-control-nichestudie die werd
uitgevoerd in Kopenhagen en Minnesota (VS) toonde aan dat in geval van
MICI de aanwezigheid van scleroserende cholangitis (OR = 6,9) en van
symptomen gedurende meer dan een jaar (OR = 3,2) twee ernstige fac-
toren zijn waarmee rekening moet worden gehouden (3). Parallel werden
ook verschillende beschermende factoren aangeduid: de realisatie van
> 1 colonoscopie (OR = 5,3), een behandeling met mesalamine > 2g/d
zonder therapeutische onderbreking (OR = 1,6), het regelmatige gebruik
van 5-ASA in de laatste 5 jaar (OR = 2,3) of het gebruik van 5-ASA aan
het einde van de follow-up (OR = 2,4) (3). Ook de familiale antecedenten
beïnvloeden de kans op dysplasie of colorectale kanker (4)
>
>
Proctocolectomie, endoscopische
screening en toezicht en chemopreventie:
de 3 beschermende factoren
De Copenhagen Study wees op het belang van proctocolectomie in com-
binatie met een gepaste medische behandeling en het gebruik van 5-ASA
Patiënten met de ziekte van Crohn kunnen darmkanker krijgen, maar het risico is misschien minder groot dan we zouden
denken. We kennen immers steeds beter de invloed van een proctocolectomie op de incidentie (en mortaliteit) van darmkanker,
de endoscopische screening- en toezichtsprogramma's zijn beter uitgewerkt en we kunnen chemopreventie doorvoeren. "Deze
maatregelen zijn echter pas optimaal als we ze beter integreren in de dagelijkse praktijk", zegt Denis Franchimont (ULB).
Een samenvatting.