background image
16 |
Medi-Sfeer 390
|
29 maart 2012
Wat verstaan we onder psychogene pseudosyncope?
Een psychogene pseudosyncope begint vaak als een reflexsyncope, maar
zeker wanneer er onduidelijkheid blijft bestaan omtrent de diagnose, kan
dit soort van syncope door psychogene factoren worden uitgelokt of ver-
sterkt. Deze vorm van syncope komt meestal voor bij jonge vrouwen,
vaak met een moeilijke familiale situatie en wordt gekenmerkt door heel
frequente episodes en een langdurig bewustzijnsverlies.
Wat typeert een reflexsyncope?
Het optreden van prodromen, zoals nausea, braken, abdominale pijn en
koud zweet is typisch voor een reflexsyncope, ook wel appelflauwte of
vasovagale syncope genoemd. Verder hebben deze patiënten meestal een
lange voorgeschiedenis van syncope en spelen de omstandigheden een
rol zoals lang staan, een grote menigte, warmte, maaltijd, ... De reflexen
die nodig zijn om de bloeddruk staande op peil te houden, laten het op een
bepaald moment afweten. Soms is er een relatie met emotie (angst, pijn,
bloed), soms komt de reflexsyncope voor na een inspanning. We zien twee
pieken in prevalentie, één op jonge en één op oudere leeftijd.
En orthostatische hypotensie?
Bij orthostatische hypotensie (OH) zal vanaf het begin een snelle (jonge-
ren) of geleidelijke (ouderen) bloeddrukdaling optreden met symptomen.
Er is iets structureel fout met het systeem dat de bloeddruk op peil moet
houden. Oudere mensen met orthostatische hypotensie ervaren soms
net voor het flauwvallen een drukgevoel op de borst of in de rug. Bij
vermoeden van OH zal men de patiënt vragen om te gaan liggen en dan
recht te komen. Wanneer er na drie minuten (rechtstaan) een sympto-
matische bloeddrukdaling optreedt 20mmHg systolisch en 10mmHg
diastolisch of de systolische bloeddruk minder dan 90mmHg bedraagt,
kan men de diagnose van OH stellen.
Hoe herkent men alarmsymptomen?
Wanneer men als arts getuige is van een syncope, zal men zeer duidelijk
het verschil kunnen zien tussen banale en ernstigere vormen van syn-
cope. Het probleem is echter dat men er nooit zelf bij is en dat maakt
de (hetero)anamnese zo belangrijk. Men dient zich een correct beeld te
vormen van wat er juist gebeurde. Waren er prodromen aanwezig? Viel
de syncope voor tijdens een inspanning? Traden er palpitaties op? Een
rust-ECG zal interessante informatie opleveren. In het geval van alarm-
tekens, zogenaamde rode vlaggen (zie kaderstukje), is verwijzing naar
spoedgevallen zeker gerechtvaardigd. Vaak gebeuren er nog nutteloze
onderzoeken zoals EEG, duplex halsvaten - een carotis stenose zal zich
bijvoorbeeld nooit presenteren als een syncope - en CT of NMR van de
hersenen. Wat wel nuttig kan zijn om tot een diagnose te komen, zijn
Symptomatologie van epilepsie:
-
verwardheid na aanval
-
tonisch, clonisch; lateralisatie
-
tongbeet, incontinentie
-
neurologische voorgeschiedenis; trauma; alcohol; IDDM (hypoglycemie)
-
spierpijn
-
blauw gezicht
-
uitgelokt door emotionele stress
dr. Jan Verwerft:
"Wanneer men als arts getuige is van een syncope, zal men zeer
duidelijk het verschil kunnen zien tussen banale en ernstigere
vormen van syncope."