background image
VOLKSGEZOnDHEiD
MEDI-
SfEEr
396
72
29 juni 2012
PEOPLE
Ik heb de indruk dat
de werksfeer meer en
meer beklemmend wordt.
Als ondervoorzitter van de Balint Vereni-
ging (België) heeft hij dankzij seminaries,
zijn vormingstraject en de werkgroepen een
aantal ideeën ontwikkeld omtrent de kwa-
liteit van de band met patiënten. Hij weet
dan ook heel wat over burn-out en het psy-
chisch lijden van verzorgenden. Hij aarzelt
niet om te stellen: "We zijn nog niet door de
moeilijkheden heen die we vandaag de dag
in het beroep kennen. Vermoedelijk zijn we
vertrokken voor tien jaar hel, jammer genoeg
voor onze patiënten en voor de artsen".
Zijn
eerste werk over burn-out is vandaag nog
steeds een referentie voor wat betreft de
conceptuele en etiologische analyse van het
uitputtingssyndroom bij beroepsmensen uit
de gezondheidszorg. Momenteel publiceert
hij een nieuw boek over het onderwerp.
Ditmaal legt hij de nadruk op de princi-
pes van de zorgverlening bij het syndroom
van uitputting op beroepsvlak (1). na een
duidelijke omschrijving van het probleem,
in aansluiting op een nationaal onderzoek
dat in 2001 in een medisch tijdschrift gepu-
bliceerd werd en destijds al aantoonde dat
50% van de geneesheren symptomen van
burn-out vertoonden, toont de directeur
van het iFTS aan dat de aanpak van burn-
out voornamelijk individueel moet zijn, ook
al zijn de oorzaken ervan velerlei, verschil-
lend en collectief. Hij stelt voor om "een
methode in tien fases"
in te voeren "die de
patiënt doorheen dit avontuur zal helpen en
het hem mogelijk zal maken om een nieuwe
en betere start in het leven te nemen"
.
Voor hem is burn-out een problematiek die
te maken heeft met het werk, maar ook met
de persoonlijkheid van het slachtoffer. "Het
is werkelijk een vermenging van het professi-
onele aspect en het privéleven. Niet iedereen
heeft last van een burn-out, maar iedereen
kan uiteindelijk uitgeput raken. Dit gezegd
zijnde, ik heb de indruk dat de werksfeer
steeds beklemmender wordt. De oorzaak
daarvan is niet zozeer de persoonlijkheid van
de arts, maar wel de omstandigheden waarin
men hem laat werken".
naar zijn mening
bestaat de oplossing voor de actuele proble-
men in de geneeskunde erin om het beroep
aantrekkelijker te maken, vooral dan de
eerstelijnshulp.
"We moeten absoluut streven naar een aan-
trekkelijkere wijze van werken voor de
jongeren, het systeem aldus veranderen, in-
dien men kwaliteitsgeneeskunde wenst te
behouden".
De vrees dat de patiënt niet
meer als een geheel wordt
beschouwd
Michel Delbrouck steekt zijn bezorgdheid
over de toekomst van zijn beroep echter niet
onder stoelen of banken. "Wat mij verontrust,
is dat de patiënt morgen niet meer als een ge-
heel beschouwd zal worden. Een huisarts moet
een cardiologische diagnose kunnen stellen zon-
der zelf cardioloog te zijn. Naar het voorbeeld
van Canada is een micro-opleiding in communi-
catie- en luistertechnieken noodzakelijk opdat
de arts, zoals in Duitsland, het `Balintbrevet'
zou krijgen voor zijn luistervaardigheid en het
vermogen om het lichamelijke en psychische
aspect als één geheel te bekijken"
.
Want hoewel veel artsen belangstelling ge-
toond hebben voor de opleidingen en de
seminaries van Balint, zijn er weinig die een
grondige opleiding gevolgd hebben en de
methodologie, waarmee Michel Delbrouck
25 jaar praktijkervaring heeft, van de Balint-
groepen gebruiken. Diegenen die zeggen dat
er in de geneeskunde niets verandert, hebben
ongelijk. Vandaag de dag zijn er psychologen
aanwezig in de ziekenhuizen, wat voordien niet
het geval was. Ondanks het feit dat alles com-
plexer wordt, evolueren de zaken gunstig voor
wat betreft de relatie patiënt-verzorgende"
.
Michel Delbrouck heeft nooit geaarzeld om
gespecialiseerde opleidingen te volgen, gedre-
ven als hij is om zichzelf te bevragen en zijn
praktijk te verbeteren. Hij is houder van een
Europees Certificaat voor Psychotherapie
(ECP), psychotherapeut in de Gestalttherapie
aan de Parijse School voor Gestalt en houder
van een bekwaamheidscertificaat voor neu-
rolinguistische Programmatie (nLP), afgele-
verd door het New York Institute of Neuro-
Linguistic Programmation.
Eerst volgde hij 5
jaar bio-energie, een vorm van lichaamsge-
richte psychotherapie, daarna 8 jaar opleiding
in Gestalt, gevolgd door 13 jaar analyse en
vorming in de psychoanalyse van jung. "Waar-
om gaat men in psychotherapie? Omdat men
zich vragen stelt die men vervolgens in langere
gesprekken probeert toe te passen bij de patiën-
ten in de huisartsenpraktijk. Je stelt echter vast
dat je niet voldoende bevoegd bent en dat je
extra opleiding nodig hebt"
.
Mettertijd heeft hij ontdekt dat wat een pro-
bleem leek te zijn, nu net een rijkdom is. "Als
ik tussen psychiaters vertoefde, werd de genees-
kunde met een scheef oog bekeken. Onder art-
sen werd de psychiater scheef bekeken. Ik heb
er dus jarenlang onder `geleden' dat ik beide
was. Nu is het werkelijk fantastisch, want ik
geef les in psychopathologie te Parijs en kan
een medische oriëntatie, of omgekeerd, een
psychologische oriëntatie aanbrengen, wat een
onschatbare rijkdom inhoudt. Ik voeg hieraan
toe dat men er zich sinds twee jaar, dankzij de
opkomst van de neurowetenschappen, bewust
van geworden is dat zowel psychoanalytische
gegevens als ontdekkingen binnen de neuro-
wetenschappen gestaafd worden. Er is dus geen
reden meer voor discussies tussen beoefenaars
van verschillende disciplines; integendeel, we
moeten elkaar helpen en met elkaar praten.
Dit heeft zin en verantwoordt de positie van de
psychotherapeut".
"Liefde, Nederigheid en
Zelfhumor omdat de lol
er nog niet af is!"
Alvorens ons te verlaten, deelt Michel
Delbrouck ons nog mee dat hij sedert 2007
buitengewoon lid is van het internationaal
instituut voor Psychoanalyse en Psychothe-
rapie Charles Baudouin te Genève (www.in-
stitut-baudouin.org). Paul Montangerand,
een Zwitsers psychoanalyst die vandaag
91 jaar oud is en die zowel contact heeft
gehad met Freud als met jung, is er een
tijdlang voorzitter van geweest. Michel Del-
brouck heeft twee van zijn boeken bewaard
die zijn geestelijke leermeester aan hem op-
gedragen heeft met de woorden: "Liefde,
Nederigheid en Zelfhumor omdat de lol er
nog niet af is!" Dat
is wat Michel Delbrouck
probeert aan te leren.
Referentie
1. «Le burn-out du soignant, le syndrome d'épuisement
professionnel», Brussel, 2003 (nieuwe uitgave aangepast in
2008), uitgeverij De Boeck, reeks Oxalis. «Comment traiter le
burn-out», Brussel, 2011, uitgeverij De Boeck university, 462
bladzijden. Eveneens te noteren «Psychopathologie, Manuel
à l'usage du médecin et du psychothérapeute», Brussel, 2007,
uitgeverij De Boeck university, 780 bladzijden. Deze uitgebreide
handleiding geeft, in één boekdeel, clinici en therapeuten in de
praktijk belangrijke richtlijnen om in de kliniek de stoornissen te
(her)kennen waarmee ze geconfronteerd worden.