background image
ACTUALITéS MéDICALES
MEDI-
SfEEr
395
14
14 JUNI 2012
ACTUALITEIT
Imagoprobleem
Chronische aandoeningen kampen met een
imagoprobleem. In de media wordt er wei-
nig aandacht aan besteed. Berichten over
de dienst spoedgevallen zijn veel spectacu-
lairder dan berichten over chronische aan-
doeningen. Bovendien is chronische zorg te
procesmatig, te subtiel en eigenlijk ook te
ingewikkeld om op een vluchtig medium als
televisie aan te slagen. Het is een oneerlijke
strijd tussen de `spectaculaire spoed' en de
`saaie chronische zorg'. "De vergadering van
de Verenigde Naties over chronische aandoe-
ningen kreeg geen aandacht in de media.
Toen tien jaar eerder aids op het programma
stond, was dat helemaal anders
", geeft Tom
Jacobs als voorbeeld van de stiefmoeder-
lijke behandeling die chronische zorg in de
media te beurt valt.
Om tot een win-winsituatie te komen, moe-
ten artsen afstappen van de zogenaamde
`solo-silobenadering'. "In dat model doen
alle zorgverstrekkers weliswaar hun best,
maar verloopt alles te gefragmenteerd. Er is
geen contact tussen de verschillende silo's.
Het gevolg is vaak dramatisch: de patiënt
geeft het op en gaat niet langer naar de
specia list, terwijl de huisarts niet geslaagd is
in het opzet van het zorgtraject
, stelt Maaike
Van Overloop. Wil men resultaten boeken,
dan moet men eerst de kenmerken van chro-
nische ziekten in ogenschouw nemen: chroni-
sche aandoeningen hebben meestal meerdere
oorzaken (levensstijl), ze verlopen progres-
sief en zijn duurzaam (ze zijn niet definitief
te genezen), ze hebben een globale impact op
de gezondheid en het leven van de patiënt en
van zijn directe omgeving en kennis, kunde
en attitude evolueren in slechte zin
."
Zes pijlers
De oplossing ligt volgens Maaike Van Overloop en Tom Jacobs in het chronischezorgmodel zoals dat in 2002 werd voorgesteld door Edward H.
Wagner. Hij stelde dat de zorg voor een chronische ziekte al te vaak een interactie is tussen "een niet-geïnformeerde patiënt en een onvoorbereid
praktijkteam, wat leidt tot frustrerende en weinig doeltreffende ontmoetingen
". Hij noemt dit de `tyranny of the urgent' en stelt daar een radicaal
ander model tegenover, gebaseerd op zes pijlers.
de
eerste pijler omschrijft Wagner als `selfmanagement support' en
houdt in dat de patiënt actief betrokken wordt bij de eigen zorg. Nie-
mand kan in de schoenen van de patiënt staan, behalve de patiënt zelf.
Hij is de ervaringsdeskundige. De rol van de zorgverstrekker blijft `be-
perkt' tot de vier `a's': advice, agree (bepalen van gemeenschappelijke
doelen), assist (wijzen op hinderpalen) en arrange (follow-up).
de
tweede pijler is de `decision support': de huisarts en de patiënt
bepalen samen wat de beste zorg is. Om dat te kunnen doen, moeten
EBM-richtlijnen in de praktijk geïntegreerd worden zodat de infor-
matie makkelijk en op een verteerbare manier aan de patiënt kan
worden doorgegeven. De Finse wetenschappelijke huisartsenvereni-
ging Duodecim stelde een website (www.ebmpracticenet.be) samen
met daarop ondertussen zo'n duizend richtlijnen voor huisartsen:
uitgebreid, compact en handig te doorzoeken.
de
derde pijler kreeg van Wagner de naam `delivery system de-
sign' mee, wat neerkomt op het maken van goede taakafspraken.
De huisarts houdt toezicht op de chronische zorg en heeft speci-
fiek aandacht voor de complexe noden en de specifieke waarden en
overtuigingen van de patiënt. Hij vangt tevens de acute problemen
op en betrekt de andere teamleden bij de ontwikkeling van het zelf-
management van de patiënt. De specialist zorgt voor de expertise en
krijgt een grotere rol naarmate de ziekte vordert.
een
vierde pijler bestaat in het voorzien van aangepaste informatica
ter beschikking van de huisarts. Hij moet de juiste informatie, op
het juiste moment en op de juiste plaats kunnen krijgen. Van de kant
van de patiënt liggen de nieuwe mogelijkheden vooral in een andere
communicatie met de arts. Specifieke informatie, bijvoorbeeld het
dagelijks gewicht van een patiënt met hartfalen, kan dagelijks door-
gestuurd worden naar het dossier van de huisarts. Dat dossier moet
dan over een verwittigings- en alarmsysteem beschikken dat de arts
meteen op de hoogte brengt wanneer er iets niet pluis is.
Op de
vijfde pijler `community resources' hebben de huisartsen
op het eerste gezicht misschien minder impact. Toch zijn er voor-
beelden waar huisartsen ook hier een rol speelden: lobbywerk van
artsen kan ertoe leiden dat er meer parken in de steden komen
waardoor oudere patiënten het makkelijker hebben om dagelijks te
wandelen.
de
zesde pijler is een andere organisatie van de zorg. Wagner zegt
het met een boutade: "Zolang artsen meer verdienen met het ampute-
ren van een diabetische voet dan met het waarmaken van de best mo-
gelijke diabeteszorg, zal optimale diabeteszorg meer wens dan werke-
lijkheid zijn. De manier waarop we zorg betalen en de manier waarop
we over zorg denken, zijn nauw aan elkaar verbonden
."