en dat het risico om aan het contraceptieve effect te ontsnappen dus kleiner is. Het sche- ma 24+4 zorgt trouwens voor een grotere remming van het FSH. Getuige daarvan zijn de lagere waarden die worden vastgesteld bij het schema 24+4. Ten slotte is de duur van de bloedingen minder bij het schema 24+4. Die 3 redenen verklaren duidelijk waarom de keuze uitgaat naar het schema 24+4. maar is het efficiënt? meten is de Pearl-index, die werd vastgesteld op 0,38. Daardoor behoort NOMAC/E2 tot de meest werkzame pillen die er zijn (6). Maar het krachtige antigonadotrope effect van de com- binatie zien we ook op een ander vlak: als we kijken naar de invloed van de pil op de regels. De combinatie NOMAC/E2 24+4 werd vergele- ken met een pil met 30 microgram EE en 3mg drospirenon (6). In deze studie lag het mediane aantal bloedingsdagen op 3,0 à 4,0 dagen in de groep onder NOMAC/E2 en 5,0 dagen in de groep met DRSP/EE. De bloedingen waren trouwens vaker minder intens (< 1 verband per dag, wat heel weinig is) in de groep onder NOMAC/E2 met een gelijke verdeling tussen de groepen met zwakke intensiteit en matige tot zware intensiteit (oftewel > 1 verband per dag), en dat zonder negatieve invloed op het vlak van spotting. Het mediane aantal dagen van de tussentijdse bloedingen bedroeg 2 à 3 dagen in de groep onder NOMAC/E2 en 1-4 dagen in de groep onder DRSP/EE. Ten slotte toont het bloedingsprofiel ook aan dat sommige vrouwen (5%) hun regels niet krijgen onder NOMAC/ E2, terwijl een niet-verwaarloosbaar aantal vrouwen haar regels niet kreeg na minstens één hervatting (43% kreeg haar regels in elke cyclus). Dat wordt algemeen goed aanvaard en is een teken van de werkzaamheid. Dat betekent dat "we de vrouw in kwestie moe- ten waarschuwen dat ze niet noodzakelijk een bloeding zal hebben op het einde van haar strip", zegt Sophie Christin-Maître. metabool, trombo- embolisch en cardiovasculair profiel en het metabole, trombo-embolische en car- diovasculaire risico, moeten we eerst kijken naar het profiel van NOMAC/E2 dat beter is dan dat van een pil op basis van EE. Zo veran- dert NOMAC/E2 het totale cholesterol gehalte en het HDL-gehalte op 6 maanden niet. Bovendien gaat ze gepaard met een lichte daling van de LDL-cholesterol, verschil die statistisch significant is in vergelijking met de combinatie EE/LNG (p = 0,046). Hetzelfde geldt voor de triglyceriden. Wat het glykemi- sche profiel betreft, toonde een hyperglyke- mietest via orale weg aan dat een significant kleinere verhouding patiëntes een verhoging van de glykemie of de insulinemie ondervindt met NOMAC/E2 (7). "A priori was de meta- bole invloed minder groot dan bij de klassieke pillen", besluit ze. het verschil ook statistisch significant in het voordeel van NOMAC/E2 op het niveau van de hemostaseparameters. Getuige daarvan zijn de schommelingen in de antitrombinewaar- den tussen de inclusie en het einde van de behandeling (nemen niet af onder NOMAC/ E2). Er is ook geen ongunstige variatie van (factoren 1+2 van het protrombine) (8). Ten slotte variëren de D-dimeren, factoren van de fibrinolyse, ook op een gunstige manier terwijl de weerstand voor het geactiveerd proteïne C minder hoog is onder NOMAC/E2 dan met de klassieke pillen. sisch schema 24+4 is doeltreffend, heeft een `comfortabel' bloedingsprofiel en oefent een aanzienlijk kleinere invloed uit op het vet- metabolisme, de suikerstofwisseling en op de hemostaseparameters dan pillen met EE. De contra-indicaties blijven dezelfde als voor de andere oestroprogestagenen, benadrukt Sophie Christin-Maître. Inderdaad, als de in- vloed op de lever minder groot is, moeten we intussen beginnen met gegevens op lange termijn te verzamelen voor we eraan denken om het, indien nodig, voor te schrijven aan vrouwen die een groter risico lopen." 1. 2011;16(6):430-43. 2011;16(6):444-57. E2 en NOMAC is waarschijnlijk het beste wat we vandaag aan redenen: ze is doeltreffend, en de 28 tabletten (24+4) maken ze gemakkelijk om in te nemen. Maar ze vermindert vooral de dysmenorroe die we heel vaak zien bij jonge vrouwen en de pil maakt de regels ook minder overvloedig. Vaak zien de jonge vrouwen met plezier hun regels verdwijnen. Ten slotte mogen we natuurlijk niet vergeten om te herinneren aan de voordelen op metabool vlak." bijwerkingen. Daarom werd op basis van on- derzoek de dosis van ethinylestradiol (EE), een synthetisch oestrogeen, in eerste instantie zo veel mogelijk beperkt. De andere, recentere, mogelijkheid is om natuurlijke oestrogenen te integreren (zoals E2 en oestradiol), en in de min of meer nabije toekomst, E4 of estetrol. EE wordt ook 17-alfa-oestradiol genoemd, en wordt gebruikt omdat het via orale weg niet of nauwelijks wordt afgebroken. Daarom kan het in heel kleine doses (we spreken over microgram) worden gebruikt in anticoncep- tiva. Het grote verschil bij deze molecule in vergelijking met andere oestrogenen is een andere radicaal op C17 die de metabolisatie vertraagt en zo de concentratie ervan in het organisme op peil houdt. Op het niveau van de lever is de kracht van de verschillende oestro- genen dus heel verschillend. Door de invloed op het gehalte FSH, SHBG, transcortine en getoond dat de impact van EE op die waar- den duidelijk hoger is dan die van natuurlijk oestrogeen, respectievelijk 120, 600, 500 en 350 keer meer (1). "Het lijkt dus logisch dat we liever een molecule gebruiken die, zoals 17-bèta-oestradiol, minder wordt opgesta- peld, sneller wordt gemetaboliseerd en min- der invloed heeft op de lever", besluit Sophie Christin-Maître (St. Antoine, Parijs). (NOMAC) als tweede bestanddeel een afgeleide vorm van 19-norprogesteron, dat actief is via orale weg (2). De in-vivogege- vens tonen aan dat dit progestageen een zeer sterke affiniteit bezit voor de progesteron- receptoren, een zwakke antiandrogene nadotrope werking. Van de meerderheid van de anticonceptiva die momenteel worden gebruikt, heeft vooral het progestageen een antigonadotrope werking. Bovendien heeft NOMAC ook een langere halfwaardetijd (46 uur) (3), wat interessant is volgens een studie die suggereert dat hoe langer de halfwaar- detijd is, hoe efficiënter de werking van de anticonceptie (4). "En dat is niet onbelangrijk als we weten dat er heel vaak een pil wordt vergeten", zegt ze. monofasisch schema 24+4 resultaten van een recente studie. In deze dub- belblinde studie werd na randomisering het schema met 24 actieve pillen + 4 placebopil- len (n = 40) vergeleken met het schema 21+7 (n = 37) van de combinatie NOMAC/E2 (2,5mg - 1,5mg) voor drie opeenvolgende cycli van 28 dagen. De evaluatiecriteria in deze studie waren de meting van de follikelgroei via een echo van de bekkenbodem en de hormonale concentra- ties (E2, progesteron, FSH, LH) (5). male follikeldiameters significant kleiner waren onder het schema 24+4, waarbij we ethinylestradiol (EE) kan vervangen en het trombo-embolische risico zou kunnen terugdringen, kunnen we ons de vraag stellen waarom sessie van de `13 biodisponibiliteit, een obstakel dat de combinatie NOMAC/E2 elegant heeft omzeild om van deze nieuwe combinatie een eerste keus oraal anticonceptivum te maken waarvoor de interesse niet uitblijft. |