tor voor chroniciteit zijn omdat ze botst met de medische verwachtingen van het gezin en de rigiditeit van het systeem versterkt. Tijdens een consultatie voor onverklaarbare symptomen (8) geven de meeste patiënten meteen psychosociale pisten aan. Als deze pistes niet verder worden verkend, wordt de patiënt bevestigd in zijn onbewuste verwach- tingen: het symptoom is medisch. De therapeut, die in zijn eigen familie ook moeilijkheden heeft gekend, heeft gepro- beerd haar te verzorgen. Hij kan zijn eigen referentie en zijn emoties gebruiken om dit te rigide systeem te mobiliseren of te versoe- pelen. Wat op dat moment naar boven komt, is niet `de' waarheid maar `een' waarheid, die de patiënt, zijn familie, de therapeut en zijn eigen familie samen construeren. Deze waarheid is operationeel: met deze waarheid wordt gewerkt. Als de patiënt een andere therapeut zou zien, zou dit wellicht anders zijn uitgedraaid. Het belangrijkste is dat de patiënt zin vindt in deze waarheid, erin slaagt om de complexiteit van wat hem overkomt te bevatten en zich ervan te bevrijden. boom van de patiënt over 3 generaties, reke- ning houdend met de moeilijke gebeurtenissen en de relaties tussen de verschillende familie- leden. Via het genogram kunnen we de bepalende derden, de confl icten en de pijnlijke gebeurte- nissen in kaart brengen, die de patiënt tracht los te laten zonder dat hij ze heeft geïntegreerd. rijk omdat het probleem zich manifesteert via een lichamelijk symptoom. Het ant- woord moet dus van het lichamelijke ko- men. De patiënten zullen zeer weigerachtig zijn om zich verbaal uit te drukken maar wel aanvaarden om zich op een andere manier uit te drukken. gen, lichamelijke technieken. Persoonlijk werk gave zijn van het gezin zoals elk gezinslid het zich voorstelt. Ik vraag om het gezin voor te stellen zoals het nu is, zoals het binnen 10 jaar zal zijn en zoals het 10 jaar geleden was. Dit doe ik om de stopzetting van de tijd te verkennen. De vertrouwensrelatie met de therapeut moet sterk genoeg zijn en het gezin moet ook worden gerustgesteld in de angst voor een breuk. mand die belangrijk voor hem is. Hij kan net als de patiënt deel uitmaken van de ver- strengeling. Hij kan ook de bepalende derde van het gezin zijn. Het is dus belangrijk dat je van hem een bondgenoot maakt in de systeemtherapie noemen we dit de cothera- peut. De moeder van een jonge acnepatiënt, het niet verdragen dat je haar uitsluit door haar buiten te zetten en, erger nog, symbo- lisch haar plaats inneemt als je een vrouw bent. Ze zal je al snel bombarderen tot een slechte arts en haar heil ergens anders zoe- ken. Maar als je de moeder aanvaardt als cotherapeut en haar bevestigt in haar lief- de voor haar zoon en haar wil om goed te doen, zal ze je later voorstellen om de zoon zelfstandiger te maken, aanvaarden. Het therapeutische systeem dat je met hen hebt opgebouwd, kan minder rigide zijn dan het aanvankelijke gezinssysteem. Samenvattend kunnen we zeggen dat deze aanpak het mogelijk maakt om rekening te houden met de verboden, de onbewuste mythe van eenheid tot elke prijs en de angst voor het uiteenvallen van het gezin. Door gezinstherapie zal de patiënt(e) zich hiervan kunnen bevrijden zonder het ondraaglijke gewicht te moeten torsen van de overschrij- ding van de regel van trouw aan het gezin. |