de gebruikte definities variëren naargelang van de studies. de meeste experts zijn het er echter over eens dat een patiënt als goed gecontroleerd mag worden beschouwd als de time in therapeutic INR range of ttr hoger dan 65% is. zich 35% van de behandelingstijd buiten de therapeutische zone bevindt, ongeacht of hij zich in een supra- of infratherapeutisch randgebied bevindt. de kwestie wordt delicater als we de criteria moeten bepalen die aangeven dat een patiënt niet goed onder controle is. de meeste experts vinden in dat opzicht dat een ttr lager dan 50% duidelijk wijst op een ontoereikende controle terwijl een ttr tussen 50 en 65% een teken van een suboptimale controle is. zeldzame studies waarin de patiënten van erg dichtbij werden gevolgd. in de klinische studies is hij van de grote orde van 60-65%. in de dagelijkse praktijk situeert de ttr zich rond 50 tot 60%... in ons land om dit te bevestigen. toch mogen we stellen dat ongeveer een derde van de patiënten goed, een derde onvoldoende en een derde suboptimaal gecontroleerd wordt. dat blijft een tamelijk ruwe schatting: de kwaliteit van de controle wordt immers door vele factoren bepaald: de betrokkenheid van de behandelende arts, de compliantie van de patiënt, comorbiditeit,... worden dat het risico op complicaties (zowel bloedingscomplicaties als trombo-embolie) toeneemt naarmate de inr-regeling moeizamer verloopt. Ook het belang van een goede educatie van de patiënt kan niet worden overschat. er is een onvermijdbare variabiliteit in de kwaliteit van de controle, mede afhankelijk van de min of meer strikte follow-up die is ingesteld. van de arts en patiënt spelen ook een rol: sommige artsen en patiënten zijn vooral bekommerd om het voorkomen |