Melasma komt vooral voor bij vrouwen met een gepigmenteerde huid (type III tot V volgens Fitzpatrick) en manifesteert zich via lichtgrijze tot bruine, onregelmatige, meestal symmetrische pigmentvlekken op zones die worden blootgesteld aan de zon (voorhoofd, wangen, sla- pen) en soms in de nek. Het komt zeer vaak voor tijdens de zwanger- schap (50-70% van de zwangerschappen), meestal in de centrofaciale vorm (2 gevallen op 3), wat niet echt verbazend is gezien de rol van de vrouwelijke hormonen in de pathogenese van de aandoening: 17 bèta- oestradiol verhoogt de aanmaak van melanine - zoals is aangetoond in kweekjes van menselijke melanocyten - en werkt verhoging van de MSH-waarden (Melanocyte Stimulating Hormone) in de hand. Het aantal melanocyten is niet altijd verhoogd; vooral de productie van melanine door de melanocyten van de basale laag neemt toe. Het ri- sico op melasma stijgt met elke nieuwe zwangerschap en is ook groter naarmate de vrouw ouder is en meer blootgesteld wordt aan uv A- en uv B-straling (1). «Of melasma moet worden behandeld, is afhanke- lijk van geval tot geval», aldus Samantha Vaughan Jones, «omdat de aandoening erg stigmatiserend kan zijn. Maar welke behandeling ook wordt toegepast (bij zwangere vrouwen zijn de mogelijkheden altijd be- perkt), er moet altijd een breedspectrum (uv A en uv B) zonnefi lter met een hoge beschermingsfactor worden gebruikt.» lichter maken. De werkzaamheid ervan bij melasma is wetenschappelijk aangetoond. De combinatie van hydroquinon + tretinoïne + corticoste- roïde is duidelijk de meest doeltreffende; in monotherapie lijkt azelaïne- zuur de beste resultaten te geven (2). Al deze producten kunnen echter aanleiding geven tot roodheid en irritatie. Van laserbehandelingen is geweten dat ze een risico op latere hyperpigmentatie inhouden... In de toekomst zou fractionele ablatieve fotothermolyse een optie kunnen zijn maar voorlopig zijn enkel studies gedaan bij kleine populaties (3). meestal asymptomatisch zijn en waarvan de oorzaak niet gekend is, moet in de eerste plaats worden onderscheiden van melanoom. Hiervoor moet een biopsie worden genomen. Klinisch zijn dit geïsoleerde of samenvloeiende vlekken met een licht- tot donkerbruine kleur en min of meer regelmatige randen die histologisch overeenstemmen met een afzetting van melanine in de keratinocyten, zonder melanocytaire proliferatie. Geen enkele behande- ling kan echt overtuigen, buiten een regelmatige follow-up. Na de zwanger- schap verdwijnt de melanose meestal vanzelf. Hetzelfde geldt voor hyperpigmentatie op andere lichaamszones tijdens de zwangerschap, voornamelijk ter hoogte van de (vage) witte lijn van na- vel tot schaambeen, de linea alba (die dan een linea nigra genoemd wordt), het bovenste gedeelte van de armen en de achterkant van de benen. |