die de glycemische homeostase regelt te sluiten. Het onder- zoek in de diabetologie streeft naar een optimaal evenwicht angiopathische complicaties uit te stellen en de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren. Met name ernstige hypoglycemieën, die bij de behandeling van heel wat diabetespatiënten type 1 een ernstig probleem vormen, moeten worden vermeden. Zowel op technisch vlak (injectiepennen, insulinepompen,...) als op farmacologisch vlak werden al heel wat doorbraken gerealiseerd. Er bestaan nu bijvoor- beeld snel en traag werkende insulineanalogen die beter zijn aange- past om de fysiologische insulineafscheiding na te bootsen in een ba- saal-bolusschema. Ook de glucosemeters zijn steeds beter geworden. De patiënt kan makkelijker zelf zijn bloedsuikerspiegel controleren en de insulinedosissen aanpassen volgens de behaalde resultaten. Boven- dien werd aangetoond dat hoe vaker de bloedsuikerwaarde van het capillair bloed wordt gecontroleerd, hoe beter het behaalde geglyco- sileerde hemoglobine is. Tot op heden worden echter slechts enkele controles uitgevoerd per etmaal en geven ze slechts een onvolkomen beeld van de bloedsuikercurve. Een van de belangrijkste doelstellin- gen in het diabetologisch onderzoek was daarom de ontwikkeling van een betrouwbare technologie die de bloedsuikerspiegel continu meet. werkende) insuline toedient langs subcutane weg. Ze bestaat uit een behuizing die de batterijen en het insulinereservoir bevat. Dit reservoir wordt geactiveerd met een zuiger die de insuline perfuseert volgens een vooraf ingestelde programmatie. De insuline wordt via een steriel buisje van variabele lengte geperfuseerd aan een katheter die in het onderhuidse weefsel van de patiënt, meestal ter hoogte van de buik, wordt geplaatst. Deze katheter wordt ongeveer om de 3 dagen vervangen om een goede permeabiliteit te garanderen en septische problemen te vermijden. De monitor beschikt over een scherm dat de gegevens van de pomp weergeeft. Hij bevat ook de verschillende toetsen die nodig zijn om de pomp te bedienen. Zijn werkingsprincipe steunt op de afgifte van een of meerdere vooraf programmeerbare basale debieten die de fysiologische basisbehoeften dekken, en van veroorzaakt door de koolhydraten in de maaltijd ( uur en geprogrammeerd naargelang van de behoeften. Niet zelden heeft de patiënt tijdens een etmaal verschillende debieten nodig. Met de huidige pompen kunnen in de loop van de dag heel wat basale debieten worden bereikt. De bolussen, die in verschillende vormen bestaan, worden uitgedrukt in insuline-eenheden en zijn insulinehoeveelheden die `snel' worden afgegeven. Een behandeling met een insulinepomp is in wezen zeer aantrekkelijk: ze vermijdt de verschillende werkingen van verschillende soorten insuline (er wordt slechts één, snel of ultrasnel werkende insuline toegediend, zodat het insulineprofiel beter kan worden voorspeld en gereproduceerd), de perfusie is continu, sluit beter aan bij een basale afscheiding en de toedieningsplaats is steeds dezelfde, wat zorgt voor een betere resorptie van de insuline met variaties van minder dan 3%. die kan worden beheerst door vooraf geprogrammeerde basale debieten (volle streepjes) en maaltijdbolussen (stippellijntjes). |