de wetenschappelijke raad van het RIZIV en bestaat uit een wetenschappelijke en een raadgevende afdeling. Huisartsen en specialisten, verpleegkundigen, apothekers, paramedici, afgevaardigden van de rust- en verzorgingstehuizen, de verzekeringsinstel- lingen en vertegenwoordigers van de minis- ters van Sociale Zaken en Volksgezondheid zetelen hierin. De wetenschappelijke afde- ling van het Observatorium, voorgezeten door dr. Jean-Pierre Baeyens, heeft als op- dracht "het omschrijven van de tenlastene- ming van geneeskundige verzorging verleend aan patiënten met een chronische ziekte". De opdracht van de raadgevende afdeling, sa- mengesteld uit verzekeringsinstellingen, re- presentatieve patiëntenverenigingen en ver- tegenwoordigers van het kabinet Onkelinx, bestaat er in de behoeften van chronische patiënten te evalueren. Micky Fierens (Li- gue des Usagers des Services de Santé, LUSS) en Jacques Boly (CM), respectievelijk voor- zitter en vicevoorzitter van de raadgevende afdeling, werken hiervoor samen met de vertegenwoordigers van de wetenschap- pelijke afdeling en de dienst juridische za- ken en toegankelijkheid van de dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV. "Om een effectieve participatie van de pati- volle autonomie en volgens zijn eigen ritme kunnen werken, en dat in een goede samen- werking met andere instanties uit het do- mein van de chronische aandoeningen (CGD, WGV, enz.), die deze nieuwe stem moeten respecteren en aanhoren", zegt Ri De Ridder, directeur-generaal van het RIZIV. "Participa- tie vergt tijd. Men moet zich de materie eigen maken en de behoeften evalueren." twee groepen hun specifieke expertise de- len: de verzekeringsinstellingen hun gege- vens, hun expertise in het dagelijks beheer van de verzekering van gezondheidszorg en van de vertegenwoordiging van verzeker- den; de patiënt zijn ervaringsdeskundigheid en zijn kennis van de specifieke behoeften van de patiënten. De promotoren van het Observatorium willen de studies en analy- ses van een reeks instanties (Vlaamse Liga tegen Kanker, KCE, Koning Boudewijn- stichting,...) gebruiken om de bedenkin- gen en discussies te voeden. "De Koning Boudewijnstichting kan het Observatorium helpen bij de promotie van patiëntenpartici- patie", gaat Ri De Ridder verder. De Koning Boudewijnstichting publiceerde in sep- tember 2011 reeds een interessant rapport over patiëntenparticipatie. Daarin wordt alsnog overwegend in de buitenrand van het besluitvormingsproces meedraaien. Dit is mede het gevolg van het historisch gegroeide, gesloten overlegmodel binnen de gezond- heidszorg" (1). van de wetenschappelijke afdeling, meent dat een patiënt die lijdt aan een chroni- sche ziekte vooral nood heeft aan een goed opgeleide huisarts. Hij is ervan overtuigd dat men niet moet vertrekken vanuit de problemen van de zorgverstrekker of de verzorgingsinstelling, maar wel degelijk vanuit de reële noden van de patiënt. Het Observatorium wil een `evidence based' aan- pak ontwikkelen en meetbare indicatoren gebruiken. rapport voor de regering en het parlement maken, waarin aangetoond wordt dat het zich om zijn vele missies bekommert. On- dertussen moet er eind 2012, begin 2013 een grote nationale conferentie over chroni- sche ziekten georganiseerd worden. Laurette Onkelinx dat ze tegen 2013 graag een specifiek statuut voor chronisch zieken zou voorstellen. Het RIZIV werkt momenteel de voordelen uit die aan dat statuut verbonden zullen zijn: automatisering van de maximumfactuur (Maf) voor chronisch zieken, automatische toepassing van de regeling derde betaler en een specifieke bescherming tegen ziekenhuissupplementen. "We werken tevens aan een `uniek loket' om de patiënten beter te informeren over de tenlasteneming van hun ziekte, voegt de minister van Volksgezondheid er aan toe. Maar we moeten meer doen dan de patiënten informeren. We moeten zorgverstrekkers en het grote publiek bewust maken van sommige, nog te weinig of slecht gekende chronische ziekten. De patiënten moeten immers naast hun lijden ook nog eens afrekenen met het onbegrip van de medische wereld, van hun familie, vrienden en kennissen of van hun collega's. Ik denk in het bijzonder aan de patiënten die aan fibromyalgie of chronische vermoeidheid lijden..." |