aan op de spoeddienst vanwege een plotse, hevige duize- ligheid. Die duizeligheid houdt continu aan. Ze kan zelfs misselijkheid en braken. Het is zo erg dat de patiënte niet meer kan lopen. De patiënte heeft geen gehoorklachten zoals tinnitus, doofheid of oorsuizen. De anamnese houdt verder geen bijzonderheden in. De bloeddruk bedraagt 14/7 en de otoscopie is normaal. dienst omvat in theorie de drie proeven van het statokinetisch onder- zoek: de proef van Romberg, de proef van Unterberger en de vinger- neustest. De proef van Romberg wordt uitgevoerd terwijl de patiënt rechtop staat met de armen langs het lichaam en de ogen gesloten. Bedoeling is om een eventuele oscillatie van het lichaam aan het licht te brengen. Voor de proef van Unterberger wordt de patiënt gevraagd om ter plaatse 50 stappen te zetten met de ogen gesloten. Het resul- taat is significant als het lichaam met meer dan 30 graden afwijkt. Bij de vinger-neustest ten slotte staat de patiënt rechtop of zit hij op een stoel zonder rugleuning. Met zijn ogen gesloten strekt hij zijn armen en wijsvingers naar voor. De arts gaat na of het lichaam eventueel een afwijking vertoont. Hij kan de patiënt vragen om de armen driemaal op te tillen en weer naar voren te strekken om te zien of de wijsvingers afwijken van hun oorspronkelijke positie. bij Adèle maar moeten daar grotendeels van afzien: de proeven van Romberg en Unterberger kunnen niet worden uitgevoerd omdat onze patiënte niet rechtop kan staan. Bij de vinger-neustest, die van op het bed wordt uitgevoerd, wordt echter een afwijking van het li- chaam naar rechts waargenomen. Die gaat gepaard met een spontane nystagmus naar links die afneemt als Adèle zich op één punt fixeert. |