laterale cortex. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen craving en het belonings- concept, dat als functie zou hebben om de plezierzones in de hersenen te stimuleren en overeenstemt met familiaal alcoholisme. Binge drinking zou afhankelijk zijn van het dopaminerge/opio-erge systeem, zou ge- voelig zijn voor appetitieve stimuli en zou dienen om een hedonistische en waak- deficiëntie te compenseren. Relief craving stemt overeen met de behoefte om stress te verminderen en spanning of een veral- gemeende angststoornis weg te nemen. In deze context is het reactieve alcoholgebruik afhankelijk van de GABA-erge en gluta- materge neuronen die de beslissing om de val kan gerichte psychotherapie nuttig zijn. Obsessive craving zou het gevolg zijn van een serotoninerge disfunctie die verwant is met wat wordt vastgesteld bij OCD's en verslavingsgedrag (seks, internet, video- games) met controleverlies, dat uitmondt in compulsief drinken. Deze vorm van craving zou dan ook gevoeliger zijn voor SSRI's en cognitieve en gedragstherapie. van verschillende behandelingen gestimu- leerd. De huidige farmacologische en psy- chotherapeutische behandelingen helpen te verminderen of volledige onthouding te bereiken, maar 40 tot 70% hervalt binnen het jaar. De oorzaak? Het feit dat alcohol- gebruik de aanmaak, vrijzetting en activiteit van de endogene opioïden, mediatoren van het beloningssysteem (dopamine) verhoogt. In deze context hebben opioïdantagonis- ten, zoals natrexon of nalmefen (dat een langere halfwaardetijd heeft), om de door de alcohol geïnduceerde beloning te inhibe- ren en aangeleerd gedrag af te leren dankzij een zogenaamd uitdovingsmechanisme, ze- ker nut. De antagonisten blokkeren de opi- oïden en het `eerste-effectverschijnsel' als gevolg van het alcoholgebruik, met afname van de duur van de binge als die aanwezig is. |