volwassenen minder karakteristiek (dikwijls is er enkel een chronische hoest) en kunnen ze gemakkelijk verward worden met die van andere ademhalingsinfecties. len van kinkhoest in geïndustrialiseerde landen, ook in België, sinds het einde van de jaren 90 opnieuw beginnen te stijgen. De reden van deze progressieve toename is niet gekend, maar is waarschijnlijk multi-factorieel: een dalende immuniteit bij volwassenen (50 jaar na het starten van de veralgemeende vaccinatie) en een stijgende alert- heid voor kinkhoest, samen met gevoeligere diagnosemogelijkheden (PCR). Overal in de geïndustrialiseerde wereld en dus ook bij ons is bovendien de leeftijdscurve van de gevallen gewijzigd. Vroeger werden de meeste gevallen gediagnosticeerd bij kinderen jonger dan 5 jaar, terwijl tegenwoordig meer en meer adolescenten en volwas- senen door de ziekte worden getroffen (3-6). het verdwijnen van de post-vaccinale antilichamen 5 tot 10 jaar na de laatste kinkhoestvaccinatie (7-10). Als een volwassene door de bac- terie wordt besmet, dan kan hij de ziekte dus ondanks de vroegere vaccinatie oplopen, ook al zal hij er waarschijnlijk een minder ernstige vorm van ontwikkelen. Deze besmette volwassenen vormen de dag van vandaag een belangrijk reservoir die de infectie opnieuw over- dragen aan niet- of onvolledig gevaccineerde kinderen. In ontwik- kelingslanden is de situatie nog veel dramatischer: volgens een tussis wereldwijd, waarvan 95% in ontwikkelingslanden. Ongeveer 195.000 kinderen zouden jaarlijks van kinkhoest sterven. onder controle (10). De Hoge Gezondheidsraad in België beveelt een pertussisvaccinatie aan, in combinatie met vijf andere vaccins (tegen polio, difterie, tetanus, Haemophilus influenzae en hepatitis B, Infanrix Hexa op de leeftijd van 14-16 jaar aangeraden. De Hoge Gezondheidsraad in België beveelt vooralsnog geen algemene herhalingsvaccinatie aan voor volwassenen. Het lijkt niettemin duidelijk dat nieuwe strategieën in termen van vaccinatie aangewezen zijn als men het aantal geval- len van kinkhoest bij kinderen wil verminderen (11-13). Momenteel wordt er voor volwassenen in België enkel voorzien in terugbetaling voor een herhalingsvaccinatie Boostrix na goedkeuring door de adviserende arts (Volgens KB 20/03/2009). Deze procedure is tamelijk omslachtig en wordt nog niet algemeen geïmplementeerd. laboratoria als het referentielaboratorium Pertussis (UZ Jette) rappor- teren jaarlijks over de pertussisincidentie in België. In 2010 werden zo in totaal voor België 112 gevallen gemeld, waarvan 46% bij kin- deren jonger dan 1 jaar. Meer in detail werden in Vlaanderen door de peillaboratoria 65 gevallen gemeld, 18 gevallen voor Wallonië en 24 gevallen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze cijfers zijn zonder twijfel een onderschatting, omdat de resultaten van de serolo- gische diagnostiek (die vooral de gevallen bij volwassenen detecteert, zie verder) niet meegerekend worden in deze cijfers. Men schat dat het reële aantal gevallen van kinkhoest minstens tweemaal zo hoog ligt, maar dit is tot nu toe niet duidelijk onderzocht. is gebaseerd op drie technieken: 1. Een bacteriële cultuur van een neus- of keelspoeling vergt veel voor epidemiologische doeleinden (doorgedreven karakterisering van de geïsoleerde stammen). net zoals de bacteriële cultuur vergt zij neus- of keelspoeling die minder dan 3 weken na de aanvang van de infectie moeten wor- den genomen. organisme worden opgespoord dan de ziektekiem zelf. Als niet onmiddellijk kinkhoest wordt vermoed (> 3 weken na aanvang van de symptomen) en de stalen voor analyse dus later worden genomen, dan kan een serologische analyse bij de diagnose hel- pen (typisch voor volwassen patiënten met een minder klassieke symptomatologie) (4). Immunosurveillance & Immunodiagnostiek WIV-ISP (resultaten van de eerste helft van 2011). |