alcohol, uit (3). voor het eerst toevallig vastgesteld bij een persoon die werd behandeld voor een neuro- logische aandoening met spastische contrac- ties. In deze context ontstond het boek van Olivier Ameisen, een cardioloog die leed aan een ernstige alcoholverslaving en er niet in slaagde om zich te bevrijden van zijn obses- sieve drang naar drinken. Hij formuleerde de hypothese dat de dosisafhankelijke effec- ten van baclofen - dat in hoge doses de moti- vatie om alcohol te drinken bij alcoholafhan- kelijke ratten onderdrukt - zouden kunnen worden geëxtrapoleerd naar mensen (4). Nadat hij zichzelf geleidelijk hogere doses (tot 240mg) baclofen had toegediend, publi- ceerde hij zijn eigen verhaal. Hij stelde een nieuw therapeutisch model voor (suppressie in plaats van gewoon reductie van de cra- ving) en roept herhaaldelijk op tot klinische studies met hoge doses, te meer omdat meer- dere observaties bij zijn ervaring aansluiten. volstaan op zich niet om de werkzaam- heid van het geneesmiddel te bewijzen, al verloopt de farmacologische werking van baclofen via selectieve stimulatie van de GABA B-receptoren, die zich voornamelijk in het ruggenmerg bevinden. Dit verklaart de afname van spastische spiercontracties bij bepaalde neurologische aandoeningen. Er loopt ook onderzoek naar andere moleculen voor andere verslavingen (N-acetyl-cysteïne, topiramaat...), en andere technieken, zoals transcraniale magnetische stimulatie (5). delencategorie genaamd hulpmiddelen voor alcoholonthouding. Het is één van de elementen in een follow-upbehandeling voor alcoholverslaving in het kader van een programma waarin ook therapeutische consultatie is opgenomen. Personen die acamprosaat gebruiken, lijden aan alcohol- verslaving. Het geneesmiddel helpt hen om een therapeutische strategie uit te werken die hen in staat zal stellen om ook in de toe- komst vrijwillig van de alcohol af te blijven. Volgens de meest plausibele hypothese zou acamprosaat bijdragen tot een herstel van die betrokken zijn bij alcoholverslaving (7). Maar ook andere verschijnselen zouden een rol kunnen spelen, meer specifiek de ophef- fing van de zuigreflex (zoals bij baby's) en de reflex om met de hand naar het voor- werp van het `verlangen' te reiken. Die re- flexen verdwijnen normaal in de loop van de ontwikkeling van het kind maar worden bij alcoholverslaafden vaak `gereactiveerd' (7). Naast zijn effect op de neurotransmit- ters zou acamprosaat ook een effect kunnen hebben op de cognitieve deficiëntie. geboekt met een combinatie van onthou- ding, behandeling van de craving en de ont- houdingsverschijnselen, en cognitieve en zaamste resultaten (6). |