gezin is afhankelijk van onbewuste mythes maar ook van waarden, re- den benaderd in termen van circulariteit en complexiteit. In psychosomatische ge- zinnen zijn relationele disfuncties aanwezig: verstrengeling, rigiditeit, overbescherming en conflictvermijding. Bovendien leven in deze gezinnen onbewuste maar onwrikbare mythes over `eenheid tegen elke prijs' en angsten of waanvoorstellingen van het gezin dat uiteenvalt als gevolg van trauma's uit het verleden. Dit blokkeert de mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling en autonomie van de gezinsleden en de transformatie van het gezin in functie van de tijd. De arts ziet de patiënt niet noodzakelijk met zijn familie. Toch is het belangrijk om de familiale context waarin het symptoom is verschenen, in het achterhoofd te hou- den. Een nuttig hulpmiddel hiervoor is de opstelling van het genogram, een stam- boom van moeilijke gebeurtenissen in het gezin en de relationele dynamiek over drie generaties. De arts wordt vaak gehinderd door de aanwezigheid van een dwingend gezinslid. Hoe moet hij met deze aanwezig- heid omgaan? Waarom is dit belangrijk? Dat zal veel duidelijker worden zodra u begrijpt hoe gezinnen werken waarin een familielid een psychosomatisch symptoom vertoont. het geheel van individuen van het gezin en hun interacties. Dit omvat het kerngezin (ouders/kinderen), maar ook de families waaruit de vader en de moeder komen. In gezonde families wordt een evenwicht gevonden tussen stabiliteitsfactoren (de homeostase) en factoren van verandering. Dankzij dit dynamische evenwicht kan het gezin evolueren in de tijd. Als dit vermogen tot verandering niet langer aanwezig is, kan een psychosomatische ziekte verschijnen. rust eigenlijk op wiskundige en fysische begrippen. De eerste pijler is de algemene systeemtheorie van von Bertalanffy (1) rond theorie zal worden uitgebreid naar de stu- die van systemen in verandering, op basis van het onderzoek van Prigogine (2). kening worden gehouden met de wet van de totaliteit: als een element verandert, zal dit heel het systeem veranderen. Tweede belangrijke begrip, de niet-optel- baarheid: je kunt een systeem niet reduce- ren tot de som van zijn elementen. In zijn onderzoek naar schommelingen het systeem niet trachten terug te brengen naar zijn vroegere toe- stand, maar sterker worden en het systeem naar een nieuwe toestand van evenwicht brengen. Er zal dus positieve retroactie ont- staan. Wanneer een dergelijke verandering optreedt, keren we niet terug naar het ver- leden (de vroegere toestand). Deze veran- heid. Eén van de elementen van dit systeem zal sterker worden, zich uitbreiden, op de voorgrond komen en de factor voor veran- dering worden. Als je met een gezinssysteem werkt, kan je dus nooit de evolutie voorspellen. Er zal een positieve transformatie ontstaan, die thera- peutisch werkt. Gezinstherapeuten gingen er aanvankelijk van uit dat ze een systeem konden observe- ren van buitenuit ( of observator ook deel uitmaakt van het sys- teem dat hij observeert. Dit is de waarvan de gezinsleden zich niet bewust zijn. Ze zijn een vorm van geloof die hen verenigt, gezin (`espace de possible familial' volgens Annig Seghers-laurent). |