background image
MEDI-
SfEEr
395
54
14 JUNI 2012
CONSULTATIE IN VRAAG (EN ANTWOORD)
Prognose van neuronitis vestibularis
Via auditieve geëvoceerde potentialen (AEP) kunnen we de on-
derste vestibulaire zenuw onderzoeken, terwijl videonystagmografie
bestemd is voor het onderzoek van de bovenste vestibulaire zenuw.
AEP toonde aan dat bij onze patiënte ook de onderste vestibulaire
zenuw was aangetast, wat wees op ernstige neuronitis. De auditieve
geëvoceerde potentialen waren normaal zodat we aantasting van de
cochleo-vestibulaire zenuw konden uitsluiten. De subjectieve verti-
caal was eveneens normaal en wees niet op aantasting van de utriculus.
Anti-emetica, mobilisatie en kinesitherapie
Waar in de acute fase vooral anti-emetica worden toegediend, zijn
in de subacute fase vroege mobilisatie en vestibulaire kinesitherapie
aangewezen. Bedoeling is om de centrale compensatie zo snel moge-
lijk te activeren. Adèle is iets te laat weer actief geworden en volgde
geen vestibulaire kinesitherapie. Daardoor hebben de instabiliteit bij
de positieveranderingen en de vermoeidheid de neiging om aan te
houden. Vestibulair onderzoek drie maanden na de acute episode
wees op een duidelijk verbeterde maar nog onvolledige centrale
compensatie.
Uit de dynamische posturografie bleek dat de vestibulaire informatie
te weinig werd gebruikt. Het leek wel of de hersenen hadden besloten
om geen rekening meer te houden met gegevens die ze als ongepast of
onvoldoende beschouwen. Dankzij vestibulaire kinesitherapie en aan-
moedigingen om meer te bewegen, waren de klachten na zes maanden
verdwenen.
tijdig ingrijpen
De casus van Adèle toont aan hoe belangrijk het bij duizeligheid is
om vragen te stellen en een klinisch onderzoek uit te voeren. "Vroege
symptomen zijn semiologisch vaak heel belangrijk. Daarbij speelt de
huisarts een belangrijke rol. Niet zelden zijn sommige vroege sympto-
men immers al verdwenen als de patiënt in een gespecialiseerd milieu
wordt opgenomen"
, benadrukt Françoise Genard.
De verschillende soorten
duizeligheid en hun frequentie
· Benigne paroxismale positieduizeligheid: 35%
· Acute verlamming van het labyrint (neuronitis vestibularis): 10%
· Centrale duizeligheid: 8%
- Multipele sclerose
- Syndroom van Wallenberg
- Cerebellair CVA
- Vertebrobasilaire insufficiëntie
· Ziekte van Ménière: 7%
· Orthostatische hypotensie: 6%
· Overige (toxische, traumatische, psychologische, medicamen-
teuze, enz.): 34%
MEDI-
SfEEr
395
55
14 JUNI 2012