derste vestibulaire zenuw onderzoeken, terwijl videonystagmografie bestemd is voor het onderzoek van de bovenste vestibulaire zenuw. AEP toonde aan dat bij onze patiënte ook de onderste vestibulaire zenuw was aangetast, wat wees op ernstige neuronitis. De auditieve geëvoceerde potentialen waren normaal zodat we aantasting van de cochleo-vestibulaire zenuw konden uitsluiten. De subjectieve verti- caal was eveneens normaal en wees niet op aantasting van de utriculus. in de subacute fase vroege mobilisatie en vestibulaire kinesitherapie aangewezen. Bedoeling is om de centrale compensatie zo snel moge- lijk te activeren. Adèle is iets te laat weer actief geworden en volgde geen vestibulaire kinesitherapie. Daardoor hebben de instabiliteit bij de positieveranderingen en de vermoeidheid de neiging om aan te houden. Vestibulair onderzoek drie maanden na de acute episode wees op een duidelijk verbeterde maar nog onvolledige centrale compensatie. te weinig werd gebruikt. Het leek wel of de hersenen hadden besloten om geen rekening meer te houden met gegevens die ze als ongepast of onvoldoende beschouwen. Dankzij vestibulaire kinesitherapie en aan- moedigingen om meer te bewegen, waren de klachten na zes maanden verdwenen. om vragen te stellen en een klinisch onderzoek uit te voeren. "Vroege symptomen zijn semiologisch vaak heel belangrijk. Daarbij speelt de huisarts een belangrijke rol. Niet zelden zijn sommige vroege sympto- men immers al verdwenen als de patiënt in een gespecialiseerd milieu wordt opgenomen", benadrukt Françoise Genard. · Acute verlamming van het labyrint (neuronitis vestibularis): 10% · Centrale duizeligheid: 8% - Syndroom van Wallenberg - Cerebellair CVA - Vertebrobasilaire insufficiëntie · Orthostatische hypotensie: 6% · Overige (toxische, traumatische, psychologische, medicamen- |